Persoonlijk politiek glossarium deel I: socialisme

Die kwam er hard inzetten gisteren. De campagne van D66 om duidelijk te maken dat wij “echte Liberalen” zijn. Geen mens weet verder wat dat zijn, liberalen. Natuurlijk zijn velen bekend met klassieke definities, en zijn er velen die hebben willen beweren wat liberalisme nu betekent. Maar ondertussen shopt iedereen lustig uit definities en

invullingen. Nu is dat niet zo erg, maar wat nu als je partij een democratische, progressieve, pragmatische, sociaal-liberale partij is? Doe je dan maar wat? Ik denk van niet. In een serie blogs zal ik mijn definitie van eerdere termen uit de doeken doen. Op basis van wat ik meen dat bedoeld wordt en niet mijn persoonlijke voorkeur. Al zal het onvermijdelijk toch een kijkje geven van wat ik versta onder mijn politiek gesternte.

De eerste maal dat ik zeker dacht te weten (en meende daar 12 man tegelijk van te kunnen overtuigen) wat liberalisme echt was, struikelde ik over mijn woorden. Na het uitbrengen van “liberalalisme” werd ik in ieder geval als expert op dat gebied niet meer serieus genomen. Daarom mijn eerste blog maar eens over iets wat mij meer opwindt: Socialisme.

Allereerst wil ik u dit lemma niet onthouden. Barstensvol met historische achtergronden en definities. Maar wat is nu een sociaal-liberaal? Is dat iemand die vind dat de overheid zo min mogelijk taken moet hebben en tegelijkertijd de belastingen verhoogt? Is dat iemand die voor inkorting WW is en tegelijkertijd predikt dat werknemers verzekerd moeten zijn van inkomen? Of iemand die meent dat iedereen gelijk is, maar dat individuele verschillen toch maatgevend kunnen zijn? Is dat iemand die redeneert vanuit de individu maar tegelijkertijd collectieve macht bij de overheid waardeert?

Volgens mij conflicteert Socialisme en Liberalisme in ieder geval. Dan moet “sociaal-liberaal” iets anders betekenen. Dat doet vragen wat er dan socialer is aan ons liberale gedachtegoed dan bij ‘droge’ liberalen. Daar heb ik twee mogelijke antwoorden op proberen te formuleren.

  1. De eerste vind ik in de derde richtingwijzer van D66. Deze niet-dogmatische denklijnen geven een beeld van wat we zouden kunnen verstaan onder dat “sociale”:
  2. Wij vinden het vanzelfsprekend om welvaart met elkaar te delen. We willen dat zoveel mogelijk mensen meedoen in het maatschappelijk en economisch proces, want daar worden we allemaal beter van.

    Voor mensen die zichzelf niet kunnen redden dragen we een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

    Ha. Daar zul je het sociale hebben. Maar hoe sociaal is dit? Ik vind het buitengewoon pragmatisch benaderd. Er staat nota bene “want daar worden we allemaal beter van”. Ik lees daarin; het is wel handig als iedereen een baan heeft. En als je echt niet kunt werken, ja dan, en alleen dan, helpt de overheid. Zeer liberaal. Niks sociaals aan, anders dan dat sociaal “fair voor alle mensen” betekent. In de eerste regel van deze rinchtingwijzer nog dit:

    Mensen zijn niet gelijk, wél gelijkwaardig. Mensen zijn verschillend en wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen.

    Tsjah. Dat is niet erg klassiek sociaal hoor. Dat zegt gewoon dat er voor iedereen gelijke toegang tot onderwijs en opleiding moet zijn, evenals zorg en voorzieningen. Dat zal soms vragen om ondersteuning van zwakkeren -klinkt sociaal-, maar het komt allemaal voort uit de gedachte dat de individu dient te participeren. Zoniet, heeft hij alsnog pech. Meer een pragmatische dan een sociale gedachte dus. Sociaal in sociaal-liberaal betekent volgens mij langs de derde richtingwijzer dus niks.

  3. Natuurlijk is nog wel een andere sociale poot in beleid aan te wijzen. Dit is niets meer of minder dan je bedenken wat een redelijk effect is van het door jou gevoerde ideologisch gevoede beleid. Als bijvoorbeeld een liberaal vindt dat er een ideologische beleidsmaatregel getroffen moet worden (hypotheekrenteaftrek afschaffen, ontslagrecht versoepelen), dan zal iedere liberaal zich afvragen wie er daardoor met welk perspectief op straat komt te staan. En hoe verwijtbaar én oplosbaar dat is. Is dat sociaal? Ik vind het gewoon pragmatisch. Ik denk niet dat asociaal beleid uitsluiten, direct als “sociaal” gekwalificeerd hoeft te worden.
    Ook in dit geval lijkt mij nauwelijks duidelijk te worden wat er socialer in klassieke zin is aan onze liberale standpunten.

In alle geval ben ik trots bij een democratische, progressieve, pragmatische en liberale partij te horen. Maar het is niet zo, dat omdat we binnen deze drie kaders vaak sociaal te werk gaan, dat er direct sprake is van sociaal-liberalen. Volgende keer: wat voor Liberalen zijn we dan wel? Échte? In tegenstelling tot de Volkspartij?

En nog even het verdriet der Christen-democratie (vanaf 1:00):

2 thoughts on “Persoonlijk politiek glossarium deel I: socialisme

    1. Hoewel het vooral mijn bedoeling is om te laten zien wat begrippen betekenen voor mijn handelen, en minder een algemene beoordeling willen zijn, heb je een punt. Ik zal in een volgend deel van dit glossarium er meer op in gaan.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.