Als je een land hebt met slechts een groenteboer, een slager en een bakker en zij verkopen elkaar slechts broden, groenten en vlees, dan kan die economie slechts groeien door de toevoeging van een extra ondernemer. Laten we zeggen een lingerie-haakster, dan hebben de vrouwen van voornoemde ambachtslieden er ook wat aan. De economie kan niet groeien door meer brood te gaan bakken of aardappelen te verbouwen, want wie moet dat overschot aan brood en groenten betalen en opeten? Daarmee zijn ondernemers de belangrijkste bepalers voor de omvang van een economie. Maar verder? Zijn zij ook een rang en/of een stand?
D66 Nijmegen staat pal voor ondernemers. Maar de VVD ook. En de PvdA. En Groen Links ook nog, las ik. Okee, laten we zeggen
dat alle partijen voor ondernemers zijn.
Toch moeten we in mijn ogen drie zaken onder ogen zien als we bepalen welke partij voor ondernemers opkomt. Dat zit in de definitie van “ondernemer”, in de positie van die ondernemers en tot slot in de benadering van politiek door ondernemers zelf.
Definitie
Allereerst is er niets zo ridicuul als ondernemers over één kam scheren. Het verschil tussen de risicodragend aandeelhouder van Ahold, de ZZP-ende timmerman, de ZZP-ende consultant en een groenteboer met 12 werknemers is enorm. Sterker nog; ik zou MKB Nederland graag eens willen uitdagen uit te leggen hoe ze meent al deze belangen tegelijk te behandelen. Zowel de fiscale benadering van de vorige vier ondernemers is totaal verschillend (de een betaalt belasting over verwacht fictief vermogensrendement (!?), de tweede wordt als een halve werknemer behandeld door de fiscus (?!?!), de derde als hele werknemer met wat toevallige bij-inkomsten (?!?!?!?) en de laatste betaalt belasting over zijn omzet en vervolgens nog een keer als hij winst uit zijn onderneming haalt en ook nog als hij zelf in dienst van zijn groentezaak is (?!?!?!?!?!)), alsook hun arbeidsrechten.
In ieder geval zullen ze allemaal het gevoel hebben op een gekke manier veel belasting te betalen, al kan hun accountant prima uitleggen dat dat wat meevalt. Hij is immers ook ondernemer.
Wat een overheid doet of laat, heeft voor ieder van voornoemde ondernemers een ander effect. Dat is niet erg. Maar dat er over wetgeving in algemene zin wordt beweerd dat “het MKB tegen is” of “de VVD voor, want het is gunstig voor ondernemers” is zelden inhoudelijk logisch correct.
Positie
Dat brengt me bij die fiscale en arbeidsrechtelijke positie. Momenteel zijn er veel mensen die werken als ZZP-er. Dit wordt in veel gevallen ingegeven door de markt. Vaste contracten zijn onbespreekbaar in veel ondernemingen en na drie tijdelijke contracten en/of 36 maanden kiest men dus voor ZZP-constructies, waarbij de “kleine ondernemer” ook nog een kleinigheid erbij doet om voldoende opdrachtgevers te hebben voor de fiscus (dit moeten er nl. minimaal drie per jaar zijn). Hij ontvangt direct een hoger tarief per uur, maar moet dus zelf pensioensparen, sociale lasten afdragen en zijn arbeidsongeschiktheid verzekeren. Of niet.
De werkgever met 12 man in dienst is daarentegen juist zijn tegenpool. Hij heeft er baat bij dat er lage werkgeverslasten gelden en arbeidsrecht kan de nagel aan zijn doodskist zijn.
Mijn punt is hier, dat met een tweetal voorbeelden, nog los van vestigings-, parkeer-, of reclamebeleid, er op het basale terrein van werk& inkomen er een groot verschil in belangen tussen deze ondernemers kan bestaan. Ook voor fiscaliteit liet ik al eerder zien, dat de Belastingdienst, vaak uit sociale overwegingen (!), verschillend omgaat met verschillende groepen.
Politieke benadering
Veel kleine ondernemers zijn daarentegen ook boos op de politiek. Door de manier van belasten, waarbij ze in een normaal geval drie keer belast worden, heeft men het gevoel telkens weer aan de beurt te zijn. En waar de overheid graag wil “faciliteren”, menen ondernemers vaak juist dat zij tegen wil en dank de smaak maken, die de overheid dan weer onder druk zet. Vaak nog met rede ook.
Concluderend
In mijn ogen zijn ondernemers geen heiligen. Geen sfeermakers, of ingewikkelde aanjagers van nog ingewikkeldere maatschappelijke doelstellingen. Nee, ze zijn de inwoners van ons land die in hoge mate bepalen wat de omvang van onze economie is. En daarmee bepalend voor onze koopkracht en arbeidsmarkt. De politiek moet zich dus niet afvragen hoe we welk smaakje ondernemers op welke manier in positie willen brengen, maar wat voor land we willen. Met professionele ondernemers als belangrijke metgezellen. En zo moet de overheid ook met ze praten. Geen bloedgroep, geen sjacheraars. Gewoon betekenisvolle inwoners van ons land. Dat gesprek mag van mij morgen beginnen.
Want: D66 is voor ONDERNEMERS!!!!!1!!!11!!
Daar is over nagedacht.